Het marktmechanisme is fundamenteel voor beleggers en werkt meestal prima. Vooral klanten profiteren daarvan.
Ondernemingen die waar voor hun geld bieden, kunnen rekenen op klandizie. Die ondernemingen (en hun aandeelhouders) worden daarmee beloond voor de mooie producten en professionele diensten die zij efficiënt en op klantvriendelijke wijze leveren. Daarentegen zullen bedrijven die belabberde producten en diensten tegen hoge prijzen aanbieden snel het loodje leggen. Gelukkig maar.
Bovenstaand mechanisme raakt onder druk bij oligopolies, waar slechts een paar spelers de markt domineren. Klanten moeten dan veelal genoegen nemen met matige producten en diensten tegen hoge prijzen. Het kan erger: de echte hel betreden klanten zodra ze worden geconfronteerd met een monopolist.
Wat dat betreft kan ik u mededelen dat de VEB het recentelijk vrij warm begint te krijgen. Een niet nader te noemen leverancier heeft namelijk onlangs haar grootste – en tevens enig relevante – concurrent overgenomen. Deze leverancier liet de VEB indirect meefeesten in de promotie van oligopolist naar monopolist door aan te kondigen zijn tarieven met zo’n 22 procent te verhogen.
Waarschijnlijk bent u verrast dat het in de 21ste eeuw in Europa – en al helemaal in Nederland – nog mogelijk is dat monopolies de hand boven het hoofd wordt gehouden. Op zijn minst zult u teleurgesteld zijn dat de Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft zitten slapen.
Nee hoor, ik kan u uit de droom helpen. De ACM was klaarwakker en had geen vergunning gegeven voor de overname, precies vanwege de vrees voor prijsverhogingen over de rug van klanten. De ACM werd helaas overruled door staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken.
Beleggers kunnen er echter van profiteren, want geloof het of niet, maar de betreffende monopolist staat genoteerd op de beurs. Het aandeel kost minder dan een kop koffie, maar of beleggers het zullen ervaren als een bakkie troost of pleur moet de toekomst uitwijzen.
Dit is een column van Errol Keyner, adjunct-directeur van de VEB